Bij het postkantoor sta ik in de rij wachtenden. Boven de balie glijdt in rode letters de volgende tekst voorbij ‘Op dit postkantoor verkrijgbaar: telefoonkarten, opwardeer-
karten en strepenkarten…’ Onder de lopende tekst, die zich voortdurend herhaalt, bedienen twee Pakistanen de klanten. Strepenkarten: wat een sublieme vondst van ze.
Als ik aan de beurt ben, twijfel ik of ik ze op hun spelfouten moet wijzen. Het is toch het postkantoor!
‘Een strepenkaart graag,’ zeg ik met een stalen gezicht.
Uit een lade haalt hij een nationale strippenkaart tevoorschijn en overhandigt die aan mij. Van een taalbarrière is hier geen sprake en zodoende hobbelen de rode letters vrolijk foutief voort.
Verschenen op de Achterpagina van NRC Handelsblad.