Op de hoek van Beverly Drive en Wilshire Boulevard (Beverly Hills, Los Angeles) zit een Afro-Amerikaanse vrouw gehurkt achter een bankje. Voor haar staat een boodschappenkarretje gevuld met plastic zakken. Ik vraag me af wat ze aan het doen is? Als ik goed kijk, zie ik dat ze haar billen ontbloot heeft. Ze is op deze drukke kruising domweg aan het poepen. Met stukjes oude krant veegt ze haar billen af en stopt de bevuilde delen onder de bank. Er lopen in driedelig-pak-gestoken-mannen langs, maar die keuren haar geen blik waardig.
Even later komt er een dame op leeftijd met een keurig geknipte en gewassen poedel voorbij. Het beestje stopt, hurkt en laat een drolletje midden op het trottoir vallen. Met de punt omhoog staat het daar als de toren van Pisa pontificaal. De dame kijkt spiedend om zich heen, werpt een blik op de zwarte vrouw en sleurt dan snel het poedeltje met zich mee.
‘He old beauty, wait a sec. At least I put my shit under this fuck’n bench. That’s what you’ve to teach you fuck’n dog.’
De wangen van de face-lifted-lady lopen rood aan. Ondertussen dribbelt het hondje op de zwarte vrouw af, maar het baasje haalt als een visser de lijn binnen. Snel maakt de dame zich uit de voeten met in haar kielzog de ondeugende poedel die nog even naar achteren omkijkt.
Los Angeles, december 2001.