Standbeeld politiehond ‘Albert’

Sculpturen

Albert
In de reeks Sculpturen van Oost het standbeeld van de Tervuerense herder Albert (1915-’23), ofwel ‘Ab’ of ‘Appie’ de politiehond. Het standbeeld staat sinds 1924 in het Oosterpark.

Albert is de hond van hoofdagent Jacob Water. Hij krijgt hem als pup van een kantonrechter uit Bergen in Friesland. In het Oosterpark traint de politieman zijn eigen hond. Albert blijkt een sterk ontwikkelde speurneus te hebben, en hij wordt al snel ingezet bij politieonderzoeken. En dankzij deze speurneus zijn er diverse zaken opgelost.
Een hoogtepunt uit het ‘beroepsleven’ van Albert is zijn bijdrage aan de oplossing van de roofmoord in Sint-Oedenrode. Op 25 april 1919 vermoorden drie overvallers met een scheermes de directeur van zuivelfabriek St. Oda. De daders komen voor het melkgeld, het bedrag dat eens in de twee weken klaarligt voor de boeren die melk aan de fabriek leveren. Het is een bedrag van bijna negenduizend gulden. Een medewerker vindt de directeur met opengesneden keel naast de brandkast. Een doek met bloed en een stuk scheermes liggen ernaast. Enkele getuigen hebben drie mannen op de stoomtram naar Den Bosch zien stappen en een van de drie is aan zijn handen en gezicht gewond. Twee verdachten worden later in Amsterdam opgepakt, maar ontkennen elke betrokkenheid.
Dan zet de Amsterdamse politie speurneus Albert in. Ze leggen de hoeden van de twee verdachten in een rijtje tussen 25 andere hoeden neer, en laten Albert aan het stuk scheermes ruiken. Hij moet een verband zien te vinden, en feilloos pakt Albert uit het rijtje de hoed van een van de verdachte.

Al snel komt er een lied over de gebeurtenis:
Wat weerklinkt er weer overal,
een gruwelfeit dat lang heugen zal.
Want wat er thans weer is geschied,
vergeet men heel ons leven niet.
Sint-Oedenrode – een dorpje stil,
is thans getuige als het wil.
Want in haar is een moord gebeurd
waar iedereen bepaald om treurt.

Heimwee
De Tervuerense herder is een zeer aanhankelijke hond, en Albert is daarop geen uitzondering. In 1923 ligt zijn baas voor langere tijd in het Burgerziekenhuis aan de Linnaeusstraat. Albert krijgt het op een gegeven moment te kwaad, kauwt thuis op een zakdoek van zijn baas, slikt hem in en sterft…
Op de plek in het Oosterpark waar de hoofdagent voor het eerst met Albert traint, is een gedenkteken opgericht. Uit de Provinciale Noord-Hollandsche Courant van 11 juni 1924: ‘De dood van den politiehond Albert, die in Maart het vorig jaar, toen zijn meester, de beambte Water, in het Burgerziekenhuis te Amsterdam verpleegd werd van heimwee stierf, was aanleiding, dat een commissie pogingen in het werk stelde, om een blijvend gedenkteeken voor het ongetwijfeld intelligente dier op te richten. Het kostte heel wat moeite een fonds bijeen te brengen, daar verschillende eigenaars van honden niet al te scheutig bleken te zijn. Ten slotte kwam het er toch van, en Zaterdagmiddag had in een stil hoekje van het Oosterpark de onthulling van een gedenkteeken plaats. Dit plekje is achter de melk- en limonadekiosk gelegen en hier is het, dat Albert voor het eerst door zijn baas in het speuren werd geoefend.’

Hondenbrigade
Albert is in 1923 ook ergens in het Oosterpark op een stil plekje begraven. Maar waar?
Het beeldje is geleverd door steenhouwerij ‘De Zuil’ aan het Leidscheplein 14, zoals op de sokkel staat vermeld. Het is onbekend wie het heeft ontworpen. Verder zijn er twijfels of er wel een Tervuerense herder is afgebeeld. En het woord politie hond hoort aan elkaar geschreven te zijn.
Door de successen van Albert richt de Amsterdamse politie in 1921 een hondenbrigade op.

Verschenen in ‘Dwars door de Buurt’, nummer 179, 15 mei 2015
en Oost-online.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.