Vertrouwd portret

Dit verhaal kwam er als beste uit bij de Eerste ronde van de schrijfwedstrijd ‘Schrijf je Straat 2018’ van Schrijvers uit Oost.

Jury-oordeel: ‘Wat ons zeer aanspreekt was de wijze waarop je de tijd laat verglijden – de oude man die plotseling uit zijn huis is verdwenen en plaatsmaakt voor een jong stel – zonder nostalgisch te zijn. En zonder het uit te leggen. (Echt: show, don’t tell!). Oost is voel- en zichtbaar zonder het expliciet te noemen. Heel mooi!’

Haar oude overbuurman zit al jaren elke ochtend bij het raam. Marieke zwaait altijd even naar hem en hij wuift dan met een broos gebaar terug.
Maar nu ze de gordijnen in de achterkamer openschuift, valt haar oog op de lege etagewoning aan de overkant. Haar overbuurman is verdwenen. Twee lichtere plekken op het bloemetjesbehang markeren de plaats waar het vredige heidetafereeltje en het portret van zijn overleden vrouw hingen, de spijkers zitten nog in de muur. De boekenkast, de tafel met het kleedje, de hanglamp en de zachtgroene fauteuil, die sinds de dood van zijn vrouw onbezeten bleef, zijn in rook opgegaan.
Vlak voor de geboorte van Tommie komt ze hem nog in de supermarkt tegen. Ze groet hem. Zijn blik verraad dat hij moeite heeft haar te plaatsen en zelf duurt het ook enkele seconden voordat Marieke hem als haar overbuurman kan plaatsen. Weggerukt uit zijn omgeving is haar vertrouwde beeld van hem even, gelijk een storing op televisie, aan het flikkeren. Hij kijkt naar haar uitpuilende buik en vraagt haar wanneer het zover is?
Nu ziet Marieke hem weer voor zich, aan tafel, waar hij bedachtzaam de vakjes met letters opvult. Af en toe raadpleegt hij het woordenboek. De eenzaam overgebleven haren op zijn kale hoofd zijn steil naar achteren gekamd. De oude, zwarte poes zit kaarsrecht voor hem op tafel. Bedaard volgen haar ogen zijn handbewegingen. Hij kijkt op van zijn kruiswoordpuzzel en aait haar over de kop. Dan drukt ze haar kont de lucht in, rekt zich uit en gaat midden op het puzzelboekje staan. Demonstratief legt hij zijn vulpen neer, staat moeizaam op en schuifelt naar de keuken. Met een souplesse die niet echt meer bij haar leeftijd past, springt ze via de stoel op de grond en gaat achter hem aan. Uit de koelkast pakt hij een blikje en schuift de vleesbrokjes in het voederbakje. Traag likt ze aan de gelei terwijl hij de fluitketel vult en op het vuur zet. Uit het kastje boven het granieten aanrecht pakt hij uit een blik een theezakje, rommelt aan het touwtje en hangt het in de theepot. Onder zijn pullover draagt hij een overhemd, zonder stropdas. Hij wendt zich naar het raam, kijkt en wuift naar haar. Marieke beantwoordt zijn groet.
Maar nu is hij er niet meer. Het gordijn, met het keukengereimotiefje, is weg. De ijzeren gordijnrail is grotendeels losgeraakt en helt als een zinkend schip. De gordijnstof lijkt er in de haast te zijn afgerukt; het keukenkastje staat wijd open. De vertrouwdheid van het kale hoofd dat ’s avonds boven de stoel uitsteekt, en het opflitsende gekleurde licht van de televisie zijn voorgoed verdwenen.
Waar zou zijn poes zijn gebleven?
Wat steekt het leven toch bizar in elkaar. Ze zit hier met een hummeltje dat bijna twee dagen nodig had de wereld te begroeten, en voor Marieke bestond daarbuiten niets meer. Het leven achter de gordijnen stond stil als een film die brak en waar iedereen ineens aan de grond genageld stond totdat er een gat in het celluloid brandde en ze in as opgingen. Voorts bleef de haspel van de projector zinloos doordraaien en het getik van het laatste eindje film leek op de klok in de huiskamer. Terwijl zíj aan het opkrabbelen is, heeft híj hoogstwaarschijnlijk het leven vaarwel gezegd en zijn de sporen van hem zorgvuldig gewist.
Nu de overbuurman met de noorderzon vertrokken is, komt zijn vrouw ineens in beeld. Ze is zeker een jaar of drie geleden overleden, maar Marieke ziet haar nu als een foto haarscherp voor zich afgedrukt. In de zachtgroene fauteuil, met breipennen en een kluwen wol; asgrijze haren, in permanent gestoken; bolle wangen met een forse neus; een jurk met bloemetjesmotief. De zwarte poes op schoot die zo nu en dan haar poot naar het bewegende garen uitsteekt. En dan ziet ze die keurig schone was van de overbuurvrouw weer voor zich, altijd zorgvuldig gegroepeerd hangt dat aan die twee lijntjes te drogen. De schone witte was steekt zo af tegen het vuilbruine afgebrokkelde stucwerk van de buitenmuur. Hoe ze die was toch zo schoon kan houden, is Marieke een raadsel gebleven. Maar als de eerste regendruppels vallen dan haalt de overbuurvrouw haar was direct naar binnen. Marieke’s overbuurman heeft de waslijntjes nooit meer gebruikt. Af en toe zit er nog weleens een vogel op.
Opgeschrikt door het gekrijs van Tommie loopt Marieke snel naar het voorkamertje en haalt hem voorzichtig uit zijn wiegje. Op de bank knoopt ze haar blouse open, schuift de bh omhoog en legt hem aan. Terwijl hij gretig sabbelt, bedenkt ze dat haar overburen waarschijnlijk geen kinderen hadden. Nooit zag ze er jong volk over de vloer en nergens in huis hingen of stonden portretten van kinderen. Op de televisie die met een kleedje was afgedekt, stonden enkele kiekjes van poezen en een cockerspaniël ingelijst. De cockerspaniël had ze nooit gekend; die was er toen ze hier nog niet woonde.

Enkele weken later verlicht een kaal peertje aan de overkant de achterkamer. Aan het raam een tafel met twee stoelen, in de hoek een matras op de grond en her en der opeengestapelde verhuisdozen. Een jongen komt naakt de kamer in gelopen met in zijn hand een blikje bier. Hij gaat op het raam af en kijkt naar de tuintjes beneden. Schaamteloos krabt hij aan zijn geslacht, terwijl Marieke in de keuken wacht tot het theewater kookt. De nieuwe overbuurman in vol ornaat. Zijn penis hangt als een dooie pier tussen zijn lange benen. Achter hem nadert een donkerblond meisje met lang krullend haar. Ze heeft spitse borsten en haar schaamhaar is in een smal verticaal lijntje geschoren. In haar navel glinstert een piercing. Stilletjes besluipt ze haar prooi. Via de weerspiegeling moet hij haar zien, maar hij laat zich verrassen. Zijn geslacht zwelt aan. Haar handen omsluiten zijn middel en ze drukt zich tegen hem aan. Dan dwalen haar handen af naar zijn geslacht dat recht omhoog gepriemd staat. Hij zet het blikje bier op de vensterbank. Als een krolse poes trekt het meisje hem mee naar het matras en ze laten zich op het matras vallen. Zijn hand glijdt langs haar dijen omhoog. Ze spreidt haar benen. Zijn vingers zakken in haar weg. Ze liggen precies op de plek waar de zachtgroene fauteuil altijd stond; de lichtere plekken op het behang, waar het schilderijtje en het portretje hingen, zijn nog zichtbaar.
Marieke voelt haar wangen gloeien. Het tafereel heeft haar danig opgewonden. Ze heeft zin in seks en dat is voor het eerst sinds maanden. Schuld borrelt als moerasgas omhoog. Ze loopt naar het kamertje van Tommie die vredig in zijn wiegje ligt te ronken, naast zijn hoofdje twee fluweelzachte beren. Het dekentje is van hem afgegleden. Voorzichtig schuift ze het over zijn lijfje en aait hem over de enkele haartjes op zijn bolletje. Wanneer ze in de achterkamer terug is, werpt ze een blik naar de overkant. Ze zijn nog steeds druk met elkaar in de weer. Marieke wendt haar gezicht af, loopt naar de voorkamer en hoopt dat dit niet haar vertrouwde tafereel wordt.

Verschenen in ‘Dwars door de Buurt’, nummer 198, 9 februari 2018
en Oost-online.

6 gedachtes over “Vertrouwd portret

  1. Een treffend en met veel oog voor detail beschreven situatie van veroudering, vereenzaming, verstilling. En van de schok als het vertrouwde beeld hiervan ineens uit je zicht verdwenen is, zonder enige vorm van afscheid nemen. Kennelijk voelde je je, zij het op afstand, toch verbonden met dit oude echtpaar en wellicht was dit omgekeerd ook het geval.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie op Méland Langeveld Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.